Vechten in de Ochtend
Elke ochtend, wanneer wij langzaam voor ons uit staren, begint onze strijd.
Bevroren staan we te wachten op onze kans; als eenzame soldaten.
Niets vermoedend lijkend, gefocust binnenin.
Ik kijk om me heen.
Naast dode blikken, een enkele van verstandhouding.
Zij weten allemaal wat er komen gaat.
De normen van het gevecht zijn summier.
Wie het eerst komt wie het eerst maalt, beschermt ons geweten.
Iedereen heeft toch een eerlijke kans?
Waar onze strijd een schijn van beschaafdheid heeft, is deze dat in alles niet.
Vrouwen worden niet gespaard. Kinderen met argwaan aangekeken.
Zelfs hen die het slagveld verlaten worden niet met vriendelijkheid — of in alle ruimte — ontvangen.
Al voor het gevecht begint is de spanning te bemerken: onze afstand verkleint.
Haastig heen en weer lopen wordt afgewisseld met ijzig stilstaan.
Langzaam, vanuit de verte, nadert het slagveld ons.
Ik focus en wacht af.
Ongeduld resulteert in verlies.
Te lang wachten maakt me een passant.
Ik schat mijn kansen in, kies, en begin te lopen.
Terug naar het overzicht →
Reacties