Bij een ander

Soms zit ik stil voor me uit te staren en dwalen mijn gedachten af.
Het overvalt me, en komt bijna uit het niets.
Alsof er geen oorsprong is.
Met zijn kracht kan het vrolijkheid verdrijven en alle vreugde in me laten versterven.
Het is een bepaalde woede die mij, als ik eerlijk ben, nooit vaak eigen is.
In ieder geval tot nu.
Deze rationele beschrijving is een gevolg van die afstand. Zo ver weg dat het met puur uiten van gevoel inmiddels weinig te maken heeft.

Die woede? Het gaat altijd gepaard met vrolijkheid.
Ik denk aan de momenten waarop ik blij was,
En vervuld van vreugde aan je dacht.
Naar je verlangde, op meer dan een manier.

Vol van vertrouwen, huppelend over straat.

[stilte]

Ik denk aan de momenten waarop mijn blijdschap eenzijdig was.
Jouw verlangen niet op mij gericht.
Op van die momenten dat je ons vergat en je volledig in een ander stortte.
Hoorde ik dan achteraf.

Vol van vertrouwen, huppelend over straat.

Ik roep het niet op, niet volledig bewust in ieder geval. Ik zou willen dat het mijn eigen keuze was!
Het gaat vanzelf, als een oncontroleerbaar wezen dat zich langzaam een weg naar boven baant.
Door de kleine dingen — een geur, een beeld of een herinnering — wordt het omhoog gestuwd, uit de krochten van mijn geheugen.
Gebeurtenissen die al lang, al lang vergeten zouden moeten zijn.
Als ze niet steeds werden vernieuwd..

Het knaagt aan me, het pijnigt me.
[Ik raak overstuur;] van binnen, aan de buitenkant zul je niks zien.
Dat is iets wat de tijd heeft aangelegd.
Elke keer, met elk voorkomen, ging die pijn meer naar binnen.
Ieder voorval liet dat wezen een klein stukje van mij verwoesten.
En zo werd dit een rationele beschrijving en geen uiting van gevoel.

Vol van vertrouwen, huppelend over straat.

Ik denk aan de momenten.
De momenten waarop ik mijn blijdschap uitte.
De momenten waarop ik bij je wilde zijn.
Wanneer jij bij een ander was.


Terug naar het overzicht →

Reacties